Veelgestelde vragen over het beroep leerkracht

Het beroep van leraar is heel breed. Wat komt daar nou allemaal bij kijken? Om je op weg te helpen vind je op deze pagina een overzicht van veelgestelde vragen - en de antwoorden. Staat je vraag er niet tussen? Laat het ons weten! We denken graag met je mee.

Vragen over de inhoud van het vak

 

Als leraar in het basisonderwijs geef je les aan kinderen in de leeftijd van ongeveer 4 tot en met 12 jaar. Een belangrijke taak is dus: kennis overdragen. Maar je doet meer dan alleen maar lesgeven. 

Als leraar leer je kinderen ook om zelf na te denken. Je begeleidt ze in hun persoonlijke ontwikkeling, leert ze om samen te werken en brengt ze normen en waarden bij. Daarnaast bereid je leerlingen voor op een toekomst als sociale en zelfbewuste wereldburgers. Verder bereid je lessen voor en kijk je opdrachten na. Ook zorg je voor een goede sfeer in de klas, overleg je met collega’s en ga je in gesprek met ouders. 

Meer weten over de taken van een leraar? Lees het artikel 'als leraar draag je vooral kennis over: feit of fabel'

 

Als leraar ben je wettelijk verplicht om les te geven in een aantal vakken. Het is niet verplicht om de vakken afzonderlijk te geven. Je kunt ze ook geïntegreerd aanbieden, bijvoorbeeld twee of drie vakken gezamenlijk.

Om welke vakken het gaat?

  • Nederlands
  • Engels
  • Rekenen en wiskunde
  • Oriëntatie op jezelf en de wereld: bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting
  • Kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid
  • Bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gym
  • Lessen over seksualiteit en seksuele verschillen
  • Lessen over wetenschap en techniek
  • Op scholen in Friesland: lessen Fries

Daarnaast kan een school het verplichte vakkenpakket aanvullen met niet-verplichte vakken. Zoals:

  • Godsdienst
  • Duits
  • Frans

Ja, in principe verzorg je als leraar in het basisonderwijs alle schoolvakken aan groep 1 t/m 8. Met uitzondering van gym. Veel scholen kiezen ervoor om die lessen door een gespecialiseerde docent te laten doen. 

Goed om te weten: met het pabo-diploma mag je bewegingsonderwijs (oftewel: gym) geven aan leerlingen in groep 1 en 2. Je kunt bij de Marnix Academie een specialisatie volgen, waarmee je ook aan de groepen 3 t/m 8 gym mag geven. 

Zeker. Als leraar moet je wel rekening houden met de kerndoelen van het basisonderwijs. Daarin staat wat een kind aan het eind van de basisschool moet weten en kunnen. 

Een school bepaalt zelf hoe ze de lessen in de verplichte vakken geeft. En met welk lesmateriaal. Daar heb jij als leraar dus ook zeggenschap over. Daarnaast kun je als leraar zelf bepalen om bijvoorbeeld de actualiteit te bespreken tijdens lessen. Of een ander onderwerp aan bod te laten komen. 

Benieuwd hoe onze oud-studenten eigen invulling geven aan het vak? Dat vertellen ze in een video

Als leraar moet je een aantal zaken documenteren. Dat doe je in een leerlingvolgsysteem. Daarin noteer je studieresultaten (zoals cijfers van toetsen), maar je schrijft ook op hoe het gaat met de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. Zo kunnen collega’s en ouders precies zien hoe een leerling zich ontwikkelt. 

Verder schrijf je rapporten, evaluaties en vul je vragenlijsten in. En je maakt bijvoorbeeld verslagen van gesprekken. Of je helpt de school bij het maken van ontwikkel- en beleidsplannen. Ook het passend onderwijs brengt administratie met zich mee. Zo moet je bijvoorbeeld toelaatbaarheidsverklaringen aanvragen voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben. 

Dat verschilt per leraar. Maar gemiddeld besteedt een leraar in het basisonderwijs zo’n 38% van de werktijd aan lesgeven. Dat blijkt uit het meest recente onderzoek van de Algemene Onderwijsbond (AOb) naar de tijdsbesteding van leraren in het primair onderwijs. Leraren besteden bijna 15% van hun tijd aan voorbereiden en nakijken en 12% van de tijd aan administratie. 

Wat overblijft gaat op aan overleg, (bij)scholing, contact met ouders, onderhoud van het lokaal, individuele leerlingenzorg en andere activiteiten. 

Ook dat verschilt per leerkracht. Uit onderzoek van de Algemene Onderwijsbond (AOb) blijkt dat leraren gemiddeld 46,9 uur per week werken. Verdeeld over vijf dagen is dat meer dan negen uur per dag. Dat komt neer op een werkdag van bijvoorbeeld 7.30 uur tot 16.30 uur.

Dat hangt van veel zaken af. Moet je bijvoorbeeld vaak overleggen met externe instanties? Hoe zelfsturend zijn de teams binnen de school? En hoe ziet de organisatiestructuur eruit?
Gemiddeld besteedt een leraar basisonderwijs zo’n 12,5% van de werktijd aan intern en extern overleg. In een werkweek van 36 uur komt dat neer op 4,5 uur per week (AOb). 

Dat hangt af van de school waar je werkt en de tijd van het jaar. Daarnaast heeft de grootte van je klas invloed op het aantal oudergesprekken. En de betrokkenheid van ouders bij het onderwijs. Maar gemiddeld besteden leraren in het basisonderwijs zo’n 4,36% van hun werktijd aan contact met ouders. In een werkweek van 36 uur komt dat neer op zo’n 1,5 uur per week.

Als leraar ben je verplicht om ouders te informeren over de voortgang van hun kind. Maar er zijn geen algemene richtlijnen over hoe vaak oudergesprekken moeten plaatsvinden. Elke school maakt hier zelf afspraken over. De meeste scholen houden in elk geval 2 of 3 keer per jaar 10-minutengesprekken.

De werkdruk in het onderwijs blijft een punt van aandacht. In 2021 vond meer dan de helft van het personeel dat arbomaatregelen nodig zijn om de werkstress en werkdruk aan te pakken. Dat blijkt uit de Arbeidsmarktanalyse 2021 van het Arbeidsmarktplatform primair onderwijs. 

Toch is er ook goed nieuws. Ondanks de hoge werkdruk is 85% van de onderwijsmedewerkers positief over hun baan. Ze vinden de inhoud van hun werk interessant, zijn tevreden over de werkzekerheid en over hun contract. De steun die ze ervaren van collega’s is heel hoog.

Dat hangt af van de school waar je werkt en de grootte van de lokalen. Er is geen maximum voor de groepsgrootte, maar wel voor de minimumruimte per leerling. Basisscholen hebben minimaal een bruto vloeroppervlak van 3,5 m² per leerling. 

Gemiddeld zitten er 23 of 24 leerlingen in één klas. Vaak zitten kinderen van dezelfde leeftijd in één groep, maar het kan ook zijn dat de school kiest voor combinatieklassen. Daarin zitten kinderen van verschillende leeftijden. Er zijn ook scholen die niet uitgaan van leeftijden, maar van ontwikkelingsfasen. Of scholen die per vakgebied bekijken wat de ontwikkeling is van een kind en de groepen op basis daarvan indelen. 

In Nederland kennen we verschillende typen basisonderwijs:

  • Openbare basisscholen: deze staan open voor ieder kind. Een openbare basisschool gaat niet uit van een godsdienst en levensbeschouwing.
  • Bijzondere basisscholen die wel uitgaan van een godsdienst en levensovertuiging. Zoals katholiek, protestants, islamitisch, joods, hindoeïstisch. 
  • Bijzondere basisscholen met een onderwijsconcept. Hier geef je les vanuit bepaalde ideeën over opvoeding en onderwijs. De meest bekende zijn:
    • Montessori
    • Dalton
    • Jenaplan
    • Vrijescholen

Goed om te weten: in Nederland is de groep bijzondere basisscholen het grootst. Als je aan de Marnix Academie studeert, is de kans dus het grootst dat je daar les gaat geven. Al kun je in principe overal terecht!

Bij het behalen van je Marnix-diploma krijg je ook het Diploma Christelijk Basisonderwijs (DCBO). Daarmee heb je een streepje voor als je aan de slag wil op een basisschool met een christelijke identiteit. Maar het is geen voorwaarde. 

  • Brede Scholen met extra activiteiten, zoals extra taal-, sport- of muziekles. 
  • Basisscholen voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege gedragsproblemen of een beperking. 
    • Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo)
    • Scholen voor speciaal onderwijs (so)
  • Internationaal georiënteerd basisonderwijs (IGBO). Deze scholen zijn bijvoorbeeld voor kinderen van buitenlandse ouders die lang in Nederland wonen of werken. Of voor kinderen van Nederlandse ouders die in het buitenland woonden en daar naar school gingen. Engels is hier meestal de voertaal. 

Speciaal onderwijs is voor kinderen met een beperking, chronische ziekte of stoornis. In het speciaal onderwijs krijgen zij meer aandacht en ondersteuning dan op een reguliere basisschool. De klassen zijn ook kleiner.  

Er zijn twee soorten basisscholen voor speciaal onderwijs:

  • Scholen voor speciaal onderwijs (so)

Deze basisscholen zijn voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. Denk aan blinde of dove kinderen, en aan kinderen met een lichamelijke beperking of psychiatrische stoornis. 

Goed om te weten: veel scholen voor speciaal onderwijs stellen als eis dat je nog een aparte opleiding voor het speciaal onderwijs hebt gevolgd.  

  • Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo)

Deze basisscholen zijn voor kinderen die zich in het reguliere onderwijs niet optimaal ontwikkelen. De problematiek is lichter dan bij leerlingen op een so-school. Denk aan een leerling met een concentratieprobleem, wat invloed heeft op het leren.

Krijg je energie van kinderen? Wil je ze graag leren rekenen, schrijven, tekenen en uitleggen waarom pinguïns niet kunnen vliegen? Lijkt het je heerlijk als elke dag anders is? En ben je flexibel en communicatief vaardig? Dan is het vak leraar waarschijnlijk wel iets voor jou! 

Maar de beste manier om erachter te komen of het onderwijs bij jou past is om het zelf te ervaren. Vraag aan een leraar of je een dagje mee mag lopen in zijn of haar lessen. Of drink eens koffie met een leraar in je omgeving en stel je vragen. 

Benieuwd wat onze oud-studenten zo mooi vinden aan het vak? Dat vertellen ze in deze video!

Dat ervaar je meestal pas in de praktijk. Bijvoorbeeld tijdens je stage. Ga je graag spelenderwijs aan de slag met leren? Dan past de kleuterklas misschien goed bij je. Vind je het leuker om wat dieper in te gaan op de vakinhoud? Dan is de bovenbouw meer jouw ding. Maar het kan ook goed zijn dat je verwachtingen van een bepaalde klas in de praktijk heel anders uitpakken.

Vragen over de arbeidsvoorwaarden

Volgens de website van de Rijksoverheid verdienen basisschoolleraren gemiddeld zo’n €4.470,- per maand

Wil je weten hoe het precies zit met deze cijfers? Lees ons artikel Als leraar verdien je weinig: feit of fabel? Daar vind je bijvoorbeeld het startsalaris van een leraar en de doorgroeimogelijkheden.

 

ls fulltime leerkracht in het primair onderwijs heb je recht op 428 uur vakantieverlof per jaar. Dat staat in de meest recent afgesloten cao (2021). Dat komt neer op 53,5 vakantiedagen per jaar. Oftewel: bijna 11 weken! 

Meer weten? Lees ons artikel Als leraar heb je heel veel vakantiedagen: feit of fabel? 

Per 22 mei 2022 geldt er een nieuwe cao voor primair onderwijs. Die vind je onder andere op de website van de PO-Raad.

Ja, als je meer dan 7 kilometer (enkele reis) moet reizen naar je werk, krijg je een (gedeeltelijke) reisvergoeding. Het maakt niet uit welk vervoersmiddel je gebruikt. De reisvergoeding komt neer op ongeveer €1,10 per maand voor elke kilometer bovenop de 7 kilometer die je per dag aflegt. Je kan maximaal €78,80 per maand ontvangen.

Ja. Als leraar basisonderwijs zit je bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), het pensioenfonds voor overheid en onderwijs. Hier bouw je – samen met je werkgever – pensioen op naast je AOW. Hoeveel pensioen je precies opbouwt is afhankelijk van veel factoren, zoals je salaris, functie en arbeidsduur.

Vragen over doorgroeimogelijkheden

Er is een lerarentekort in het basisonderwijs. Daardoor zijn de baankansen erg groot. 91% van de studenten die afstudeerden aan de Marnix Academie (opleiding tot leraar basisonderwijs) vond een baan binnen het onderwijs. Werkloos? Dat is 0%. 

 

Het onderwijs biedt veel doorgroeimogelijkheden. Met genoeg ervaring, motivatie en eventueel wat extra scholing kun je je bijvoorbeeld ontwikkelen tot een vakspecialist. Ook kun je extra taken oppakken binnen de school. Vaak staat hier een betere beloning tegenover. 

Daarnaast kun je doorgroeien tot manager, directeur of bestuurder in het onderwijs. Of je kunt buiten de muren van de school kijken en aan de slag gaan bij een vakbond, onderwijsinspectie of adviesorgaan. De hbo-masters, post-hbo-opleidingen en cursussen van de Marnix Academie kunnen een mooie springplank zijn naar een nieuwe functie.

Meer weten over je ontwikkelkansen als leraar? Lees de blog Als leraar heb je veel ontwikkelkansen: feit of fabel

 

Tijdens de pabo volg je een minor, je stage, en eventueel een specialisatie. Je kunt je bijvoorbeeld specialiseren in een bepaalde leeftijdscategorie leerlingen, een specifiek type onderwijs (zoals Montessori), een specifiek vak of vaardigheden die je buiten de klas inzet. 

Naast stages en een specialisatie tot muziekdocent bieden we bij de Marnix Academie de volgende minors aan waarmee jij kleur geeft aan je diploma:

  • Pedagogische kracht
  • Kunst & Cultuur
  • Wereld, Wetenschap & Techniek
  • Oudere kind (10 t/m 14 jaar)
  • Cultuur & Identiteit
  • Jonge kind (2 t/m 7 jaar)
  • Crossing Borders (internationaal)

Tijdens je werk als leraar kun je je blijven specialiseren, bijvoorbeeld door cursussen, bijscholing of een extra opleiding. Dat kan intern of bij een externe opleider. 

Bij de Marnix Academie bieden wij bijvoorbeeld de volgende masters aan waarmee jij jezelf kunt ontwikkelen tot specialist op het gebied van:

  • Verbeteren en vernieuwen van onderwijs (master Leren en Innoveren)
  • Vormgeven van een inclusieve onderwijs- en werkomgeving (master Passend Meesterschap)
  • Integreren van technologische ontwikkelingen in het onderwijs (master Onderwijs & Technologie)
  • Begeleiden van collega's in het (her)vinden van hun werkgeluk (master Vitaliteit & Professionaliteit)

Met een pabo-diploma gaan veel deuren binnen het onderwijs voor je open. Bijvoorbeeld als groepsleraar of vakleraar. 

Maar je kunt ook buiten het onderwijs aan de slag, omdat een pabo-diploma een bewijs is van hbo denk- en werkniveau. Bijvoorbeeld als administratief medewerker, pedagogisch medewerker, trainer of consulent. Voor sommige functies is wel extra scholing nodig, zoals een cursus of opleiding. 

Ja. Sterker nog, na een verplicht geschiktheidsonderzoek sta je vanaf dag één van het zij-instroomtraject al voor je eigen klas. Soms word je in het begin nog begeleid door een andere leraar. 

Binnen twee jaar kun je al je lesbevoegdheid hebben, waarmee je volledig aan de slag kunt als zelfstandig leraar basisonderwijs. 

Vragen over de Marnix Academie

  • We zijn de grootste zelfstandige pabo van Midden-Nederland. 
  • Van de studenten zou 89% onze pabo-opleiding aanraden aan anderen. 
  • Door onze centrale ligging in Nederland zijn we goed bereikbaar.
  • De sfeer is prettig en persoonlijk (zeggen onze studenten).
  • We zijn partner van 350 basisscholen: stage- en werkplekken genoeg!
  • Je krijgt individuele studiebegeleiding. 
  • Een buitenlandse stage doen? Dat kan bij ons!
  • De voltijd lerarenopleiding (vier jaar)
  • Een deeltijd pabo-opleiding (twee tot drie jaar)
  • Het traject zij-instroom (meteen aan het werk)
  • Driejarige pabo (research en design)
  • Associate Degree Pedagogisch Educatief Professional 
  • Masteropleidingen 
  • Post-hbo opleidingen en cursussen

Op onze website vind je meer informatie over de opleidingen

Wil je meer weten over de pabo-opleiding aan de Marnix Academie? Bekijk dan de veelgestelde vragen (en antwoorden) over de pabo. Meer weten of ervaren of de pabo bij je past? ? Meld je aan voor onze open dag!